Beschrijving
Alles draait om geld zou je kunnen denken. Gelukkig is dat niet zo, maar geld speelt wel een hele belangrijke rol in ons leven. Het is dan ook goed dat kinderen al op jonge leeftijd leren verstandig met geld om te gaan. Kinderen krijgen vaak zakgeld of een extra zakcentje bij een mooie prestatie. Hoeveel heb je al gespaard? Hoeveel heb je nodig voordat je iets kan kopen? Wat krijg je terug als je niet gepast betaald? Vragen waar kinderen mee bezig zijn als ze met geld te maken krijgen.
Individuele aandacht past goed bij het onderwijs van deze tijd. Onze visie is dat elke leerling zijn eigen leerbehoefte heeft en een persoonlijk leertraject wil volgen. Het kan zijn dat een leerling wel goed kan optellen, maar nog te weinig inzicht heeft in de getalstructuur. Of dat het automatiseren van de tafels goed gaat, maar dat de getalrelaties lastig te herkennen zijn.
Voor dit soort situaties is de Kerndoeltrainer ontwikkeld. We hebben gemerkt dat binnen het onderwijs de behoefte groot is aan een concrete uitwerking van de richtinggevende kerndoelen waarmee de leerling zich voorbereiden kan op de toekomst.
De Kerndoeltrainer Geld & Geldzaken richt zich op het rekenen met bedragen, maar ook op allerlei zaken die te maken hebben met het omgaan met geld, zoals geld lenen en sparen. Kerndoel 33 vormt het uitgangspunt van deze serie waarbij wij dit kerndoel hebben uitgewerkt in concrete leerdoelen per niveau, die elk een deelgebied van de leerlijn omvatten. Bijna ieder deelgebied begint met een uitlegpagina met verduidelijkende afbeeldingen. Na het oefenen met de betekenis van de verschillende munten en biljetten wordt vervolgens met concrete en betekenisvolle opdrachten het rekenen en omgaan met geld verder geoefend. Achterin staat een overzicht van de gehele leerlijn.
Kerndoeltrainer Geld & Geldzaken C bevat gevarieerde en betekenisvolle oefeningen met euro’s en eurocenten t/m 1000.
Aflezen munten & biljetten van euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Aflezen munten & biljetten van euro’s en eurocenten t/m 1.000 worden de munten 1, 2, 5, 10, 20 en 50 eurocent, 1 en 2 euro en de biljetten 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro en hun waardes behandeld.
Omgaan met geld door kritisch kijken
In het blok Omgaan met geld door kritisch kijken wordt geleerd kritisch te kijken naar reclames en kassabonnen, maar ook naar het lenen van geld. Tenslotte wordt het hebben van een bijbaantje behandeld.
Geld wisselen met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Geld wisselen met euro’s en eurocenten t/m 1.000 wordt geoefend met de verschillende manieren waarmee je bedragen met de munten 1, 2, 5, 10, 20 en 50 eurocent, 1 en 2 euro en de biljetten 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro kunt wisselen zonder waardeverlies. Ook het inwisselen voor vreemde valuta, zoals de Britse pond of de Amerikaanse dollar wordt geoefend.
Gepast betalen met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Gepast betalen met euro’s en eurocenten t/m 1.000 moet met de munten 1, 2, 5, 10, 20 en 50 eurocent, 1 en 2 euro en de biljetten 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro bedragen gepast betaald worden.
Niet gepast betalen met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Niet gepast betalen met euro’s en eurocenten t/m 1.000 wordt geoefend met het formeel afronden en het bepalen van het wisselgeld (door aanvullen of verschil berekenen) wanneer je niet gepast kunt betalen. Het eventueel bijleggen om het teruggeven te vergemakkelijken wordt hierbij ook geoefend.
Rekenen met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Rekenen met euro’s en eurocenten t/m 1.000 worden er allerlei bewerkingen met geld gemaakt.
Schattend rekenen met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Schattend rekenen met euro’s en eurocenten t/m 1.000 wordt geleerd hoe je het beste kunt schatten bij geldbedragen.
Rekenen met korting met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het blok Rekenen met korting met euro’s en eurocenten t/m 1.000 worden een aantal manieren waarop korting wordt gegeven behandeld. Dit zijn korting in procenten, 2e halve prijs en 4 halen 3 betalen.
Geld in context met euro’s en eurocenten t/m 1.000
In het laatste blok Geld in context met euro’s en eurocenten t/m 1.000 moet uit een context de juiste bewerking gezocht en toegepast worden.
